Bart van Lier
Over Bart
Bart van Lier (Haarlem, 14 juni 1950) is de belangrijkste trombonist van zijn generatie in de conventionele jazzstijlen. Hij begint als studiomuzikant, ontwikkelt zich geleidelijk tot toonaangevend solist en wordt later ook een belangrijke mentor van een complete trombonegeneratie. Als jazzimprovisator combineert hij een grote fijnzinnigheid en een uitgekiende techniek – die hij dagelijks gewetensvol op peil houdt – met een hang naar avontuur. Geen twee solo's van hem zijn gelijk en elke solo is een sprong in het diepe. De jury die hem in 2000 de Jazz in Duketown Award uitreikt, oordeelt: 'Zijn stijl kenmerkt zich door een vloeiende melodievoering, gekoppeld aan een fabuleuze techniek. Hij kan de uitersten van zijn instrument bereiken en doet dat op smaakvolle en artistieke wijze, waarbij techniek niet het uitgangspunt is, maar de muze dient.'
1968 - 1975
Bart van Lier komt voort uit een zeer muzikale familie. Zijn vader, trompettist Cor van Lier, is in zijn jonge jaren beroepsmuzikant geweest en zal zich veel later weer op de jazzpodia gaan manifesteren. Zijn oudere broer Erik werkt zich snel op tot een van de meest gevraagde bastrombonisten van de Europese studio's. Een andere broer, altsaxofonist Kees, besluit op de valreep het zakenleven in te gaan, maar is altijd semiprofessioneel blijven musiceren. Bart van Lier speelt vanaf zijn achtste jaar cornet in de Loosdrechtse fanfare Nieuw Leven. Als prille tiener stapt hij over op de trombone, en nog vóór zijn achttiende verjaardag belandt hij in het VARA Dansorkest. Hij studeert tegelijkertijd bij gebrek aan jazzopleidingen (die zouden pas tien jaar later van start gaan) op het Muzieklyceum te Hilversum. Al snel is hij ook te vinden in de Skymasters, de Ramblers en orkesten onder leiding van Tony Nolte en Rogier van Otterloo.
1976 - 1991
Van Lier zit al een paar jaar fulltime in de muziek als hij zich begint te ontwikkelen als jazzsolist. In de avonduren schnabbelt hij in cafés met onder anderen pianist Arnold Klos. De trombonist kan er naar hartelust experimenteren. Hij vertrouwt daarbij deels op zijn gehoor; zo ontwikkelt hij een melodische, wat grillige improviseertrant die dankzij zijn scherpe oren altijd strookt met de harmonische overgangen. Van Lier begint een eigen kwartet en wordt vanaf de tweede helft van de jaren zeventig steeds vaker gevraagd als solist in kleine formaties; een van de eerste daarvan is Just in Case van pianist Cees Slinger. Het studiowerk gaat daarnaast onverminderd door, nu ook in Duitsland, waar hij meeblaast in onder andere Peter Herbolzheimer's Rhythm & Brass. De geroutineerde sectieblazer wordt een expert in het 'mengen' met andere blazers, en stelt daar zeker zoveel eer in als in het soleren.
1992 - 2010
Als Van Lier in 1992 toetreedt tot het Metropole Orkest, is hij op de conservatoria en in de studio's de ongekroonde trombonekoning van Nederland. Hij neemt uiteindelijk een zestig-procentaanstelling in het orkest teneinde zijn handen vrij te hebben voor zijn eigen concertpraktijk en zijn werk als pedagoog. Op het conservatorium van Rotterdam richt hij in 1999 met een van zijn voormalige pupillen, Ilja Reijngoud, een speciale tromboneafdeling op, waar de talentvolste trombonisten de puntjes op de i mogen komen zetten. In 1994 publiceert hij de lesmethode Coordination Training Program for Trombone Playing. Het is verkrijgbaar in vijf talen. Hij is mede-uitvinder van de Bart van Lier tenortrombone en is iedere ochtend voor dag en dauw uit de veren om een uur lang in te blazen in zijn oefenhok boven de garage in zijn rijtjeshuis te Huizen. 'Als ik een dag te weinig studeer, merk ik dat meteen,' zegt hij in het Utrechts Nieuwsblad in 2000. 'Je spel wordt grover en dat is de pest voor je lippen en de muziek. Ja - het is een hondsmoeilijk instrument.' Hij lijkt te improviseren met het gemak van een kind dat van de glijbaan glijdt, maar dat is schijn. 'Het is een kwestie van studeren-studeren-studeren, tot het musiceren een soort yoga is geworden. Topprestaties geschieden altijd gedachtenvrij. Je oefent net zo lang tot de noten vanzelf op hun plaats vallen.' Op de podia wordt hij voortdurend gesignaleerd; met het Cubop-orkest Nueva Manteca, zijn eigen Bart's Bones en vele grote en kleine groepen die hem voor langere of kortere tijd als solist engageren.
2011 - 2016
Naast het Metropole Orkest maakt Bart van Lier deel uit van het Masha Bijlsma Quintet. Hij heeft zijn eigen Bart van Lier trio dat hij vormt Peter Nieuwerf en Ruud Ouwehand. De trombonist is regelmatig te gast bij concerten van bevriende muzikanten zoals pianist Edgar van Asselt. In 2013 maakt hij met het Rik van den Bergh/Bart van Lier Quintet het album High Slide, Low Blow. Het kwintet bestaat verder uit pianist Edgar van Asselt, bassist Marius Beets en drummer Eric Ineke. Rond 2015 treedt Bart van Lier ook op in een combo met bassist Marius Beets, pianist Peter Beets en drummer Wim Holthaus. Bart van Lier wint in 2015 de ITA Award die de International Trombone Association jaarlijks uitreikt aan iemand die een buitengewoon grote bijdrage heeft geleverd en veel invloed heeft in de wereld van de trombone. Van Lier heeft zijn naam verbonden aan diverse trombonemodellen van de Duitse instrumentenmakers Kühnl & Hoyer.